[In het donkerst van de schaduw]
In het donkerst van de schaduw
van de naamloze brug
ligt een meisje.
Toen ze jong was had ze dromen
en nu moet ze proberen te leren
leven van wat daarvan gekomen is.
In haar hoekje van het donkerst
van de halfverlaten brug
roepen voetstappen
van halfverlaten vreemden
herrinneringen op
aan avonden na bedtijd
en krakende planken onder verdwaalde ouders.
Ze tikken als de druppels van de waterklok
van de waarzegster
die toen ze twaalf was haar hand las
en knielde
voor de zigeunerkoningin,
maar nu regeert ze zelfs
de naamloze brug nog niet
en ze roept naar niemand
en iedereen in het donker
'haal me, of laat me gaan'.
De schaduw reageert niet
noch de volle maan.
De schaduw reageert niet
alleen de brug kent haar naam.