De machine

De tanden van het laatste wiel

Bijten in zijn scheen

Hij zal nog een stap zetten

Maar nu, 

Alleen.

Hij weet noch hoe hij lopen moet

Noch hoeveel langer hij het ijzer kan verdragen.

Hij kijkt omhoog, de straat in, de gevels uit het lood geslagen.

Door welke reuzenhand, door welke almacht, welke onwrikbare intentie?

Hij vraagt zich af waarom tussen de goedlopende etalages, restauranten en bazaren

De machine moet malen en raspen en bijten. 

Met het laatste tandwiel, in zijn scheen. Hij vreest dat de vellen eraf schrapen 

Tot ze hangen rond zijn enkel en

Het zaagblad zijn scheen doormidden freest.

Er is huid in het spel en het spel is net begonnen.

Hij kijkt op en hij verbeeld, achter de ramen, op balkonnen, hangend over balustraden

Een menigte, zwaaiend.

Popular posts from this blog

Several Serious Cases

Tnx, planet

Higher than the ionosphere on some cretinous pharmaceutical