Geen rede volstaat
"uw vader ligt op sterven"
Hij slikt.
Niet voor zijn oude man,
Zijn tijd was reeds gekomen.
Maar voor zijn moeder,
Die alleen zou komen te wonen.
"Kan ik u ergens in bijstaan?"
Nee, hij stond alleen.
Alleen naast zijn moeder,
Bij wie hij niet meer zou weggaan.
Tot haar laatste dagen, wanneer
Vader haar weer zou bijstaan
Want hij hield zo veel van haar,
Dus was niets te veel om op te geven.
Want niets was te veel om op te geven,
Dus hield hij zoveel van haar.
Zijn liefde was geen plichtsbesef,
Geen lot of innerlijk tumult.
Het was slechts zijn daden,
Zijn zorgen en geduld.
Zijn daden waren geen plichtsbesef,
Geen show of eigenbelang.
Hij deed ze slechts uit liefde,
Onbekommerd en niet bang.
Een toewijding, zo helder,
Heb ik elders nooit gezien.
"Hoe zorgt u zo goed voor haar?"
'omdat
omdat
Ik het wil'
Hij slikt.
Niet voor zijn oude man,
Zijn tijd was reeds gekomen.
Maar voor zijn moeder,
Die alleen zou komen te wonen.
"Kan ik u ergens in bijstaan?"
Nee, hij stond alleen.
Alleen naast zijn moeder,
Bij wie hij niet meer zou weggaan.
Tot haar laatste dagen, wanneer
Vader haar weer zou bijstaan
Want hij hield zo veel van haar,
Dus was niets te veel om op te geven.
Want niets was te veel om op te geven,
Dus hield hij zoveel van haar.
Zijn liefde was geen plichtsbesef,
Geen lot of innerlijk tumult.
Het was slechts zijn daden,
Zijn zorgen en geduld.
Zijn daden waren geen plichtsbesef,
Geen show of eigenbelang.
Hij deed ze slechts uit liefde,
Onbekommerd en niet bang.
Een toewijding, zo helder,
Heb ik elders nooit gezien.
"Hoe zorgt u zo goed voor haar?"
'omdat
omdat
Ik het wil'