Dierentuin

Als Midas rijk is het konijn
Torent over zijn in-de-wereld-zijn
Als een schaduw over mijn ogen trekt
Maar daar toch goud verwekt
Schildert en verguld, verwonderd en wensen vervuld
Maar toch verdomt, toch verrekt,
Geluk schijnt, zelfs in een sluier gehuld
Geluk schijnt maar lijden is zeker
Het konijn heft zijn beker, die geen drinken bevat
Die glibberige glimmer, is men nooit zat.

De vos woont nu in een burcht
Door de das aangetrokken omdat de das
Aan wordt getrokken door zakenlui, lui vlas
En snel gras, dat ambitie heeft te groeien
Zich met de boterneus van andermans zaken te moeien
Iets te grijpen of, nodigerwijs, te verkrachten
De zittende vos blijft meestal op zijn troon
De zittende vos blijft rustig wachten
En ik vind zijn kroon heel gewoon
Zelfs het mooiste genoom is lelijk
En geld is altijd verworven en verdeelijk

Op de ijsschots danst een aap
De top kaapt hij blatend in zijn slaap
Lopen parmantige paupers wiebelend voorbij
De rots schommelt is er toch nog iemand blij
Waar de nar lacht als de koning optreedt
Als politie of monopoliemagnaat voor mij
Karolus Magnus met 20 titels heet
Karolus Magnus geliefd werd door het volk
Een persoonlijkheid als draaikolk alles opslokkend
En op niks dan zichzelf, de aap, gokkend

Popular posts from this blog

De machine

De Vonkerplas

De Val