[De koningin vereert]
De koningin vereert
Gelijk de mus prijkt
Die zijn veren opstrijkt
Zo wordt zelfs beweert
Dat de heer verrijkt
Zelfs als hij probeert
Te gunnen, hij begeert
Het goud dat geluk lijkt
O, de mens die nooit leert
Altijd alles voor zich grijpt
De mens die zich met geld bezweert
Tot hij onder ’t gewicht bezwijkt
Zich er eens aan bezeert
En dan nog niks heeft bereikt
Gelijk de mus prijkt
Die zijn veren opstrijkt
Zo wordt zelfs beweert
Dat de heer verrijkt
Zelfs als hij probeert
Te gunnen, hij begeert
Het goud dat geluk lijkt
O, de mens die nooit leert
Altijd alles voor zich grijpt
De mens die zich met geld bezweert
Tot hij onder ’t gewicht bezwijkt
Zich er eens aan bezeert
En dan nog niks heeft bereikt